![](https://www.belgiancycling.be/app/uploads/2024/05/Massimo-Van-Lancker-1670x620.jpg)
Massimo Van Lancker wordt nieuwe Directeur Sport op 3 juni
Maandag 3 juni start Massimo Van Lancker als Directeur Sport bij Belgian Cycling. Hij volgt Jos Smets op in die functie. Massimo Van Lancker werkte de voorbije negen jaar bij Cycling Vlaanderen waar hij sporttechnisch coördinator was.
Massimo Van Lancker: “Wielrennen maakt van bij het begin deel uit van mijn leven. Ik ben ermee opgegroeid doordat mijn vader renner was en ik heb ook zelf gekoerst. Toen ik bij Cycling Vlaanderen aan de slag kon gaan, was dat een droom die uitkwam. Nu krijg ik een nieuwe opportuniteit om verder te werken aan de toekomst van het wielrennen.”
In zijn functie bij Belgian Cycling zal Massimo Van Lancker verantwoordelijk zijn voor het uitzetten van de krijtlijnen van de breedtesport, zowel op nationaal als internationaal vlak. En dit voor alle sporttakken van het wielrennen. Hierbij wordt de interfederale samenwerking met de vleugels, Cycling Vlaanderen en Wallonie – Bruxelles Cycling, cruciaal.
Massimo Van Lancker: “Belgian Cycling staat reeds garant voor heel wat succesvolle zaken: in België hebben we organisatoren die bij de beste van de wereld behoren, we beschikken over renners en rensters van wereldklasse en er zijn tal van mooie eigen initiatieven zoals de Belgian Cycling competities, testtijdritten en klimtesten. Maar natuurlijk zijn er nog veel uitdagingen, zoals het werken aan een volwaardige kalender voor alle disciplines die geografisch gespreid is over ons land. Of bijvoorbeeld de verdere ontwikkeling van nieuwe disciplines zoals gravel. Ik wil ook graag mijn steentje bijdragen aan het bruggenbouwen tussen Belgian Cycling en de vleugels. Mijn ervaring binnen Cycling Vlaanderen is daarin zeker een meerwaarde.”
“Er ligt dus veel werk op de plank. De voorbije maanden werkte ik me al wat in in mijn nieuwe job. De eerstvolgende weken en maanden wil ik vooral luisteren naar de collega’s en naar de verschillende stakeholders om vervolgens met hun input te werken aan een toekomstplan.”